Versnellen

Het jargon van het Versnellingsplan

Van Dale definieert ‘versnellen’ als: “De snelheid laten toenemen”. Sinds de start van het Versnellingsplan, zie ik het ineens overal: versnellen. Versnellingsagenda’s, versnellingsplannen, versnellingstafels.

Ik ben een tijdje weggeweest uit Nederland en ik moet bekennen: ook in het Engels doet men aan versnellen. Of ‘acceleration’ zoals dat dan in goed Engels heet. Voorheen kende ik versnellen vooral uit de context ‘versnellingspook’. Die versnellingspook heet in het Engels overigens gewoon ‘schakelstok’. Niks versnellen. Je gebruikt je versnellingspook tenslotte ook om terug te schakelen… Schakelen, ook zo’n woord. “Als jij dan even met Wim en Kees schakelt, kunnen we dat aftikken.” Krijg je toch de kriebels van?

Maar goed, terug naar het versnellen. De snelheid doen toenemen dus. Voor mij suggereert dit een bewuste handeling waardoor de snelheid van ‘iets’ toeneemt. En dan is dat ‘iets’ ook nog iets waarvan jij invloed op de snelheid hebt. Zoals de snelheid waarmee je rijdt. Maar wat betekent het in de context van plannen, agenda’s en tafels? Hoe zit dat als je het over menselijk handelen hebt?

Volgens mij betekent het dat we besluiten ‘iets’ te gaan doen, zoals het innoveren van het onderwijs met behulp van technologie, of juist iets te laten, bijvoorbeeld het bezuinigen op het onderwijs, en dat we dan proberen te zorgen dat het ‘iets’ zich exponentieel verspreidt. Verspreiden als een lopend vuurtje. Maar ‘aanwakkerplan lopend vuurtje verspreiden van onderwijsinnovatie met ICT’ klinkt natuurlijk nergens naar. Nee, hou het dan maar op versnellen.